Rotterdam heeft als grootaandeelhouder de stekker uit het Warmtebedrijf getrokken. Het verlies werd te groot. Sinds 2006 zijn er honderden miljoenen euro's verspild - men vermoedt zelf 500 miljoen - zonder uitzicht op alsnog een rendabel bedrijf. Kernprobleem is dat er te veel restwaarde ingekocht is voor veel te weinig gebruikers.
Vijftien jaar geleden werd het Warmtebedrijf Rotterdam opgericht met als doel de zaligmakende restwarmte uit het Rotterdamse havengebied in te zetten voor stadsverwarming en de industrie. De gemeente Rotterdam investeerde negen miljoen euro, werd grootaandeelhouder en dacht het ei van Columbus te hebben gevonden. Het pakte uiteindelijk desastreus uit.
De laatste maanden bleek er nog hoop op een financiële injectie van het Rijk om de pijpleiding met restwarmte door te trekken naar Leiden. Het zou een samenwerking worden met Nuon. Maar de daarvoor benodigde 30 miljoen is niet beschikbaar gesteld.
Het Warmtebedrijf levert wel aan 600.000 gezinnen op Zuid en heeft langdurige contracten afgesloten met Shell, de AVR en de gemeente Leiden. Er wacht nu een jarenlang juridisch gevecht.
Onduidelijk is of het failliet van het Warmtebedrijf ook politieke consequenties heeft. Er zijn meerdere reeds vertrokken wethouders die dit pijnbedrijf naar de afgrond hebben zien glijden. De zittende verantwoordelijke wethouder is Arjan van Gils van D66, die alle grote dossiers in zijn portefeuille heeft.